24 januari 2013

Australië


Van 12 december tot 25 januari hebben we 6 weken door Australië gereisd. We zijn in 2002 en 2004 ook al in dit enorm grote land geweest, de eerste keer in het zuiden en midden en de tweede keer in het westen, noorden en op Tasmanië. Eigenlijk was het de bedoeling om bij een derde bezoek het oosten te bekijken, maar omdat het daar nu regentijd is, was dat geen goede optie. Toch vonden we het zeker de moeite waard om nu tijdens deze reis terug te gaan, deels omdat we al relatief dicht in de buurt waren en deels omdat het een erg leuk en bijzonder land is om in rond te reizen en er veel moois te zien is.


REISROUTE
Melbourne - Hobart - Tasman NP - Douglas Apsley NP - Bay of Fires - Launceston - Walls of Jerusalem NP - Derwent Bridge - Hartz Mountains NP - Southwest NP - Franklin - Hobart - Melbourne - Ballarat - Grampians NP - Adelaide - Mt. Remarkable NP - Coober Pedy - Uluru-Kata Tjuta NP - Alice Springs - West MacDonnell NP - Alice Springs - Port Augusta - Flinders Range NP - Barossa Valley - Adelaide - Coorong NP - Cape Bridgewater - Melbourne

BELEVENISSEN
Omdat we 's avonds in Melbourne aankwamen en de volgende ochtend al vroeg doorvlogen naar Hobart op Tasmanië, hebben we onze eerste nacht in Australië doorgebracht op een bankje op het vliegveld (en heerlijk geslapen).

In Hobart stond al een huurauto op ons te wachten, een witte Kia Rio. We deden wat noodzakelijke inkopen: nationaal-park-pas, campinggasjes, campingboekje en een grote doos etensvoorraad voor op de achterbank, want de kofferbak was met onze rugzakken al behoorlijk vol.


Daarna reden we naar Tasman NP in het zuidoosten om te kamperen en te wandelen langs de kust met witte zandstranden en mooie baaien.
We zagen de eerste wallaby's (kleine kangoeroes) over de camping hoppen en vonden, na lang zoeken, een paar pinguïns op hun goed verstopte nesten.
We reden langs de oostkust naar het noorden, via Douglas-Apsley NP (meer kamperen en wandelen) naar de Bay of Fires.


Daar vonden we een prachtige kampeerplek mét zeezicht op een gratis (!) camping.
 

De Bay of Fires staat bekend als een van de mooiste stranden ter wereld en daar waren wij het wel mee eens: spierwit zand, azuurblauwe zee en feloranje rotsen. We wandelden bij heerlijk zomerweer twee dagen lang van het ene mooie strand naar het volgende, klommen over de oranje rotspartijen en verbaasden ons erover dat we vrijwel niemand tegenkwamen.
 

Via Launceston, Tasmanië's tweede stad, waar we weer even in de bewoonde wereld waren en wat inkopen konden doen, reden we naar Walls of Jerusalem NP. Dit park grenst aan Tasmanië's meest bekende nationale park: Cradle Mountain - Lake St. Clair. Maar omdat we hier tijdens ons vorige bezoek al de Overland Track hadden gelopen, kozen we nu voor het buurpark, waar je net zo mooi en zeker zo rustig kunt wandelen. Het park dankt z'n naam aan de hoge, steile rotswanden, waar je langs loopt door een open landschap met heidevelden, gekleurde mossen en meertjes.
 

En vanuit Walls of Jerusalem vonden we toch nog een zij-ingang naar Cradle Mountain - Lake St. Clair. Deze route was wel een beetje spannend, want we hadden geen goede kaart van het gebied en wisten niet precies waar het pad heen zou gaan en hoe lang de wandeling zou duren. Maar na wat rivierdoorwadingen, inclusief de nodige bloedzuigers, werd het een prachtige, afwisselende wandeling met eucalyptusbossen, bergmeertjes, heidevelden, bemoste bomen en uitzicht op alle bergen in de omgeving. We hadden spijt dat we geen tent hadden meegenomen, want hiervandaan kon je in een extra dag Mt. Ossa, de hoogste berg van Tasmanië, beklimmen, één van de hoogtepunten van de Overland Track.
 

En toen we de volgende dag via Cradle Mountain verder reden en massa's toeristen op een shuttle-bus zagen wachten van de grote parkeerplaats naar het nationale park, hadden we een extra goed gevoel bij onze alternatieve inlooproute.
 

Wij reden verder naar het westen van Tasmanië, waar we bij Rosebery een wandeling maakten tussen de varenbomen (het leek wel Nieuw-Zeeland...) naar Montezuma Falls, met ruim 100 meter Tasmanië's hoogste waterval.
 

Het was inmiddels bijna Kerst en we konden wel wat nieuwe inkopen gebruiken, dus reden we terug naar Hobart, waar we toch maar niet bezweken voor een sterk afgeprijsde 1.80 meter hoge kunstkerstboom, maar een paar handzamere vilten sneeuwvlokken kochten voor een beetje kerstsfeer in de tent.
 

Onze Kerst bestond dit jaar uit een 2-daagse wandeling over een deel van de South Coast Track, met rugzak en tent. We kampeerden op Eerste Kerstdag helemaal alleen op een bushcamping in de duinen. Ons kerstdiner bestond uit couscous uit een zakje, mét een Christmas pudding toe.

Op 27 december leverden we onze huurauto weer in op het vliegveld en vlogen terug naar Melbourne, waar we een groot deel van de dag doorbrachten met het aanvragen van een visum voor India. Dit klinkt gemakkelijker dan het is. Bij het visumbureau hing geen enkel formulier of aanwijzing wat te doen. Dus maar een nummertje trekken en een half uur wachten om te horen dat alle formulieren digitaal moeten worden ingevuld en vervolgens geprint: de aanvraagformulieren zelf, een extra formulier dat daarna met de hand moet worden ingevuld, het Australische visum en een reisschema. Ook dit klinkt gemakkelijker dan het is, de website van de Indiase ambassade is zeer traag en liep regelmatig vast, waardoor het invullen van de aanvraag alleen ons al enkele uren kostte. Hierbij hielp het niet dat er redelijk absurde informatie gevraagd werd (visumnummer van het vorige bezoek aan India, contactadres in India, datum en plaats van aankomst, adres van onze werkgever, gegevens van onze ouders) en velden open laten was geen optie. Alleen het veld bij de vraag welke landen we de afgelopen 10 jaar bezocht hadden kregen we gemakkelijk vol, we konden niet eens alle landen van de afgelopen 4 maanden kwijt. Toen nog nieuwe pasfoto's maken, want alle officiële pasfoto's die we bij ons hadden, werden niet geaccepteerd, ze moesten 5 bij 5 cm zijn. Uiteindelijk lukte het ons na veel pijn, moeite en stress om 5 minuten voor sluitingstijd de aanvraag in te leveren, uiteraard na betalen van ongeveer 100 euro p.p.
 

Snel naar Hertz, waar de volgende huurauto al een paar uur op ons stond te wachten: een splinternieuwe, felblauwe Nissan Tiida, een upgrade van de Toyota Yaris die we geboekt hadden.
Omdat het in het zuiden van Australië nu hoogseizoen is (zomer én schoolvakantie), besloten wij om het binnenland in te gaan, waar het nu juist laagseizoen is vanwege de hoge temperaturen.
 

We reden vanuit Melbourne dus naar het noorden, met een stop in Grampians NP, waar we nog net een plekje vonden op de camping en Mt. Stapylton beklommen, volgens onze wandelgids "a spectacularly exciting and dramatically scenic walk with plenty of rock hopping" en daar waren wij het wel mee eens.
 

Op 30 december kwamen we aan in Adelaide, waar alle campings vol waren. Gelukkig kreeg één van de campingeigenaren om 7 uur 's avonds medelijden met ons en mochten we toch onze tent opzetten. Op Oudejaarsavond gingen we naar een festival met muziek en vuurwerk in een park in het centrum van Adelaide. Omdat het heerlijk zomerweer was, picknickten we op het gras samen met heel veel Australiërs. Het vuurwerk was prachtig en gaf toch nog een beetje een Oudjaarsgevoel, de zomerse temperatuur en het gebrek aan oliebollen en champagne (alcoholverbod in het park) deden dat wat minder.
 

We reden verder naar het noorden, richting Port Augusta en maakten onderweg een mooie dagwandeling in Mt. Remarkable NP, door Hidden Gorge, een nauwe kloof met steile, rode rotswanden. Het was superwarm, voor het eerst ruim 40 graden in de schaduw, naar later bleek het begin van een twee weken lange hittegolf. Wij waren erg blij toen we precies rond lunchtijd een afdakje vonden met een watertank, ondanks het bordje 'geen drinkwater'.
 

In Port Augusta begint de Stuart Highway, de verharde weg dwars door het centrum van Australië naar Darwin aan de noordkust, een afstand van bijna 3000 kilometer. Wij hoefden hiervan maar de helft te rijden en daar deden we twee dagen over. Al snel na Port Augusta kregen we het idee dat we in de Outback zaten: een verlaten landschap van rode aarde, kleine struikjes, af en toe een zoutmeer, heel weinig verkeer, veel waarschuwingsborden voor overstekende kangoeroes en om de paar honderd kilometer een 'roadhouse' om te tanken.
 

Na ruim 500 kilometer kwamen we in het eerste plaatsje langs de weg, Coober Pedy. In de omgeving van Coober Pedy wordt flink gedolven naar opalen, waardoor je overal bergjes gekleurd zand (wit, roze, oranje) in het landschap ziet liggen. Omdat het er vaak zo warm is, wonen de meeste mensen onder de grond. Wij waren de enigen die bij 42 graden naar het uitzichtpunt klommen en koelden daarna wat af door een ondergronds kerkje te bekijken.

Daarna reden we verder naar Uluru (Ayers Rock) en Kata Tjuta (The Olga's). In het bijbehorende nationale park hebben we drie dagen lang rondgekeken.
 

We zagen Uluru vanaf verschillende kanten liggen, zowel overdag als bij zonsondergang, waarbij de kleur veranderde van oranje naar donkerrood naar grijs, allemaal even indrukwekkend.
 

We liepen ook een rondje van ruim 10 kilometer rond de basis van deze monoliet. Van dichtbij kregen we een beter beeld van de grilligheid van deze enorme rots: we zagen goed alle kloven, grotten, rotstekeningen van de Aboriginals, sporen van watervallen en een permanente waterplek. Op advies van het informatiebordje ter plekke deden we een geluids-meditatie. We hoorden veel vogels, ritselende bladeren, krekels en Japanse toeristen. Het was een warme (45 graden) maar erg mooie wandeling.
 

Kata Tjuta ligt 45 kilometer van Ayers Rock vandaan en is zo mogelijk nog indrukwekkender. Het is een massief van afgeronde, oranjerode bergen met steile wanden en smalle kloven ertussen.
 

Ook hier liepen we een prachtige wandeling, misschien wel de mooiste van dit nationale park.
 

En na 11 uur, toen het pad vanwege de hitte was afgesloten, kwamen we helemaal niemand meer tegen...
 

Vanuit Uluru reden we richting King's Canyon NP, een afstand van ongeveer 300 km. Het had de vorige nacht geonweerd en we zagen op diverse plekken rookpluimen van bosbranden uit het landschap opstijgen, maar gelukkig niet direct in onze omgeving. Totdat 5 kilometer voor King's Canyon de weg een bocht maakte en er ineens een brand vlak voor ons over de weg woedde. De berm brandde en de weg was niet meer te zien door alle rook, dus het leek ons beter om maar even te stoppen. Na een tijdje kwam er een patrouille-wagen uit de rook tevoorschijn en een ranger vertelde ons dat de weg werd afgesloten en de mensen uit King's Canyon werden geëvacueerd. Er zat dus niets anders op dan terug te rijden. We schrokken alleen wel even toen we na 10 kilometer terugrijden opnieuw een grote rookwolk zagen vlakbij onze weg. Zouden we tussen twee branden ingesloten raken? Maar hoewel de struiken op 10 meter van de weg behoorlijk brandden, reden we toch maar door. Na nog eens twintig kilometer was de weg afgesloten naar de kant waar wij vandaan kwamen, deze blokkade was waarschijnlijk ingesteld net nadat wij gepasseerd waren. We volgden het advies op om niet af te wachten, maar bij de brandhaarden weg te gaan naar een veiliger gebied. Erg jammer dat we het park niet konden bereiken en dat we meer dan 300 kilometer voor niets gereden hadden, maar fijn om ongeschonden het gebied uit te kunnen.
 

Wij reden 500 kilometer verder naar het noordoosten, naar Alice Springs, met 27.000 inwoners de grootste plaats in de Outback. Eindelijk weer supermarkten, internet en een leuke camping met zwembadje (het was nog steeds 45 graden) en een voederplek voor rock wallaby's die 's avonds naar de camping kwamen.
 

Vanuit Alice Springs gingen we twee dagen naar West MacDonnell NP, een park met rode rotsen, bergen en kloven, om te wandelen en te kamperen. We liepen een mooie wandeling in Ormiston Gorge, eerst klimmend naar een uitkijkpunt en daarna door een droge rivierbedding met aan beide kanten steile, rode rotswanden, naar een 'waterhole' waar we heerlijk konden zwemmen.
 

We bekeken nog een paar andere rode rotskloven, de meeste met een 'waterhole' om heerlijk in af te koelen.

We hadden ook nog in de East MacDonnells willen wandelen, maar helaas was dit gebied gesloten vanwege bosbranden. We hebben nog een dagje afgewacht, maar de situatie verbeterde niet en dus zijn we in twee dagen teruggereden naar Port Augusta. Hoe dichter we daar in de buurt kwamen, hoe verder de temperatuur begon te dalen, tot een koele 35 °C. Voor het eerst sinds 10 dagen voelde het buiten niet meer aan alsof er een warme föhn op je gericht stond en proefden de flessen water in de auto niet meer naar smaakloze thee.
 

Omdat we nog geen zin hadden om de zomervakantiedrukte in het zuiden weer in te gaan, besloten we om nog even te gaan wandelen in het binnenland, in Flinders Range NP. We kampeerden in het nationale park, op een camping waar veel kangoeroes en emoes rondliepen.
 

We wilden de hoogste top uit de omgeving beklimmen, St. Mary's Peak (1171 m). Omdat we gehoord hadden dat er een kans bestond dat deze wandeling vanwege de hitte afgesloten zou worden, vertrokken we de volgende ochtend extra vroeg, voordat de NP rangers wakker waren. En achteraf bleek dat een goede keuze, want de wandeling is inderdaad een uur na ons vertrek gesloten. Wij waren waarschijnlijk nog gewend aan de temperaturen in het binnenland, de 35 °C voelde als een aangename wandeltemperatuur.
 

We klommen over steile rotsen naar de top, waarbij het uitzicht steeds mooier werd. Boven gekomen zagen we een cirkel van bergtopjes liggen en daarbinnen Wilpena Pound, de vlakte waarin onze route daarna afdaalde. Regelmatig hoorden we geritsel naast ons en sprong er een kangoeroe uit de struiken of stak een emoe ons pad over.
 

Op de terugweg naar Adelaide stopten we nog een dagje in de Barossa Valley, Australië's bekendste wijngebied. We bezochten een paar grote wijnhuizen, zoals Jacob's Creek en Penfolds en zagen flessen wijn die ons erg bekend voorkwamen uit ons eigen wijnrek thuis. Maar omdat we hun wijnen ook in Nederland al regelmatig proeven, kozen we voor het proeven nu een paar (ons) onbekendere wijnhuizen, Peter Lehmann en Seppeltsfield. We proefden natuurlijk verschillende soorten Shiraz (jong, oud, sparkling, likeur en gemengd met verschillende andere druiven), maar ook Riesling en Muscat. Het was erg leuk, leerzaam en lekker.
 

Na twee dagen in Adelaide (die we grotendeels internettend in de State Library doorbrachten, er is ook op reis altijd volop uitzoek- en regelwerk te doen) reden we via de zuidkust de bijna 900 kilometer terug naar Melbourne. Onderweg stopten we in twee natuurparken, Coorong NP om pelikanen te kijken en Cape Bridgewater om een spectaculaire wandeling te maken over de kliftoppen, met uitzicht op witte stranden, hoog opspattende golven en rotsen vol zeehonden,
 

terwijl er overal groepjes grote kangoeroes om ons heen hopten.

En nu zijn we terug in Melbourne, waar op dit moment de Australian Open wordt gehouden. Vanavond staat een halve finale heren op het programma en we hopen daar nog iets van mee te pikken. De tickets waren ons een beetje te duur, daarom gaan we proberen om de wedstrijd te bekijken op een groot scherm in de buurt van het park.


 

HET WEER
Australië is een groot land en heeft daardoor verschillende klimaatzones. Het noorden ligt in de tropen en daar is het nu regentijd. In het zuiden is het nu zomer en in het midden heerst een woestijnklimaat: het hele jaar warm (en nu in de zomer zeer warm) en droog. Tasmanië is natter en kouder dan de rest van Australië omdat het zo zuidelijk ligt en een relatief klein eiland is.
Op Tasmanië hebben we redelijk weer gehad, met mooie zonnige dagen, maar ook een paar regendagen. De temperatuur lag tussen de 15 en 25 graden. In Zuid Australië was het heerlijk zomers, met veel zon en een temperatuur van 25 tot 35 graden. En in het midden was het pas echt warm, elke dag meer dan 40 graden en ruim een week lang zelfs 45 graden in de schaduw (en in de zon nog 15 graden warmer)!!! Dergelijke temperaturen hebben wij nog nergens anders meegemaakt, gelukkig houden wij wel van een beetje warmte...
 

BEVOLKING
In Australië wonen ruim 22 miljoen mensen, grotendeels van Europese afkomst, een kleiner deel van Aziatische afkomst en een nog kleiner deel Aboriginals, de oorspronkelijke bewoners.
De mensen waren niet erg veranderd sinds ons vorige bezoek, voor een uitgebreidere beschrijving van de bevolking zie daarom onze blogpost van Australië 2004.

VAN DE MENUKAART
 

Australiërs houden erg van barbecueën en elk parkje of dorpje heeft minimaal één publieke barbecue, die flink gebruikt worden, maar niet door ons. Wij hebben weer voornamelijk zelf gekookt in ons ene pannetje. Daarbij waren we afhankelijk van ingrediënten die goed houdbaar waren én een hoog smeltpunt hadden vanwege de zeer warme auto. Dat betekende dus (na een paar minder geslaagde pogingen) geen chocola en marshmallows meer voor ons. Maar wel veel maaltijdsalades, waarbij de aardappelsalade uit blik een uitkomst was. In Australië moet je bij het inkopen doen goed bedenken wanneer je van plan bent een andere staat binnen te gaan. Je mag namelijk lang niet alle producten meenemen over de staatsgrenzen, en wat je wel en niet mee mag nemen verschilt per staat. Er is een boekwerkje met tabellen waarin je dit kunt opzoeken (vaak alle of alleen bepaalde soorten groente of fruit en ook andere verse producten, honing en kruiden kunnen een probleem zijn).
Maar eigenlijk hadden we vanwege de warmte meer zin in drinken dan in eten. Dus we hebben heel veel gedronken. Voornamelijk water, maar ook wel wat wijn. Australië is een goed wijnland en daar hebben we maar van geprofiteerd, want dit zou wel eens onze laatste wijn kunnen zijn voor het komende half jaar. We hadden daarom standaard een 4 liter tankje wijn in de auto liggen. Dat deze eerder de temperatuur van glühwein had, kwam de smaak alleen niet helemaal ten goede.
Omdat we hier in de kersttijd waren, hebben we wat lokale traditionele kerstproducten kunnen proeven, zoals Christmas pudding en fruit mince pies.
En ook in Australië zijn in de grotere supermarkten enkele Nederlandse producten te koop. Na een half jaar weg te zijn uit Nederland is dit wel een beetje verleidelijk. Wij hebben dan ook ontbijtkoek, gevulde koeken, beschuit en zuurkool van Hak gegeten.

KOSTEN
Australië is een relatief duur land. Met name de supermarkten zijn een stuk duurder dan in Nederland, terwijl de prijzen bij ons vorige bezoek juist iets lager waren. Een uitzondering zijn de softijsjes van MacDonalds, die zijn hier groot en erg goedkoop (€ 0.25, Aziatische prijzen!).
Hoewel de benzine goedkoper is dan in Nederland (behalve op de afgelegen plekken in het binnenland), zijn de afstanden heel erg groot, waardoor dit toch een behoorlijke kostenpost is. En ook het huren van een auto is duur, wij hebben bijna het dubbele betaald van de prijs in Nieuw-Zeeland. De meeste verhuurmaatschappijen staan niet toe dat hun huurauto's meegenomen worden in de Outback en omdat wij daar wel naartoe wilden, moesten we wel bij een van de duurdere maatschappijen huren.
Campings in plaatsen zijn ook niet goedkoop, maar gelukkig zijn er (primitieve) campings in nationale parken en staatsbossen die goedkoper en soms zelfs gratis zijn. En bovendien zijn ze vaak mooier en rustiger, zodat we die zoveel mogelijk opgezocht hebben (al heb je na een aantal keer baden in een rivier en naar het toilet gaan met een schepje wel behoefte aan een douche en normaal sanitair). Ook op parkeerplaatsen langs de kant van de weg mag je vaak gratis overnachten (maar die worden zo vaak als sanitair gebruikt dat je beter in de auto dan in een tent kunt slapen).

Een aantal prijsvoorbeelden:
  • kamperen: gratis tot ca. € 30 per nacht, goedkoop hostel in Melbourne € 40
  • vervoer: huurauto ca. € 25 per dag, benzine € 1.10 tot € 1.80 per liter, afhankelijk van hoe afgelegen de locatie is

STEMMING
Het onafhankelijk zijn van openbaar vervoer, hostels en restaurants beviel weer heel erg goed. We vonden het nog steeds heerlijk om te kunnen kamperen, zelf te kunnen koken en een auto te hebben. Maar die luxe is binnenkort helaas weer voorbij.
Australië is een leuk en gemakkelijk land om in rond te reizen, met heerlijk weer. Dit alles komt de stemming zeker ten goede, al kan een lichte twijfel hierover toeslaan als je bij 45 °C in de volle zon een urenlange wandeling maakt en ondertussen de zwermen vliegen van je af moet slaan. Maar de mooie uitzichten en het gebrek aan andere mensen die dit leuk vinden maken heel veel goed.
 

Je zou denken dat er in zo'n groot land als Australië rust en ruimte genoeg is, maar helaas is het nu precies de lokale zomervakantie, waardoor het hoogseizoen is, een tijd die wij normaal gesproken altijd proberen te vermijden. We hebben geprobeerd om zoveel mogelijk de rustige plekken op te zoeken en dat is grotendeels gelukt, maar met name in het zuiden van het land was het erg druk en waren de campings overvol.
De kerstdagen hebben we doorgebracht op Tasmanië, wandelend en kamperend in een nationaal park. We hebben onze tent versierd met twee vilten sneeuwvlokken, een kerstmuts opgezet, Christmas pudding opgewarmd op ons brandertje en op de mp3-speler naar de Sky Radio Christmas top 50 geluisterd. Desondanks was het lastig om midden in de zomer een echt kerstgevoel te krijgen, maar dat vonden we niet zo'n probleem, want het was zeker een hele bijzondere kerst.
We zijn nu ongeveer op de helft van onze reis. Van de ene kant vinden we dat wel jammer, want het reizen is nog steeds erg leuk, van de andere kant hebben we ook al wel het gevoel dat we een hele tijd weg zijn, de tijd gaat hier zeker een stuk minder snel en ongemerkt voorbij dan in Nederland. Én we hebben natuurlijk nog een half jaar te gaan! Een minder leuke bijkomstigheid is dat we bijna door de visa en tickets heen zijn die we thuis al hadden gekocht en geregeld. Dat betekent veel uitzoekwerk en regelwerk, wat thuis al niet leuk is met een goede computer, een snelle internetverbinding en overal informatiebronnen, maar wat hier nog een stuk lastiger is.
Het is voorlopig weer gedaan met het gemak van reizen in westerse landen, onze kampeer- en kookspulletjes sturen we deze week helaas terug naar Nederland, maar we hebben ook weer veel zin om met een rugzak door Azië te reizen.

WIST U DAT...
  • het in Australië overal naar eucalyptus ruikt?
  • we in Huonville een bedrijfje zagen met een advertentiebord: 'car wash, public shower, dog wash, laundromat'?
  • we ons afvroegen of dit allemaal in dezelfde wasstraat wordt uitgevoerd?
  • ons wandeltempo te hoog ligt om slangen de kans te geven om tijdig weg te vluchten?
  • het wel even schrikken is om één van de giftigste slangen van Australië op 20 cm van je voeten te zien kronkelen?
  • we rond Kerst meerdere keren een waarschuwing op de radio hoorden dat je huisdieren geen chocola, Christmas pudding en noten moet voeren?
  • op een drukke boscamping de kookaburra's (soort grote ijsvogel die een geluid maakt dat erg op lachen lijkt) de toeristen gelukkig gemakkelijk overstemden?
  • we er op Oudjaarsdag net op tijd achterkwamen dat we de vorige dag een andere tijdzone waren binnengegaan en dat het een half uur eerder was?
  • je je tent nooit onder een eucalyptusboom moet opzetten omdat deze erom bekend staan dat ze zomaar enorme takken kunnen laten vallen?
  • de campings in Australië vol staan met eucalyptusbomen?
  • met een barbie in Australië geen pop bedoeld wordt?
  • er bij extreem warm en droog weer een 'total fire ban' kan worden afgekondigd?
  • dit betekent dat je ook niet mag koken op een campingbrandertje?
  • we daarom altijd een noodvoorraad maaltijdsalade uit blik bij ons hadden?
  • er op de Stuart Highway (de weg dwars door Australië) zo weinig auto's rijden dat de automobilisten naar elkaar zwaaien?
  • er gedeeltes van deze weg geschikt zijn als 'emergency landing strip' voor de Flying Doctors?
  • het weer zo goed was dat we meestal alleen onze binnentent hoefden op te zetten?
  • we daardoor 's nachts een geweldig uitzicht hadden op de imposante sterrenhemel met daarin natuurlijk het zuiderkruis?
  • we voor de vijfde keer in Coober Pedy waren en weer geen opaal hebben gekocht?
  • we bij een wandeling bij Ayers Rock een emergency phone tegenkwamen met een bordje 'out of order'?
  • we vele duizenden kilometers hebben gereden bij een temperatuur van 45 °C zonder de airco in de auto te gebruiken, deels omdat het prima gaat zonder airco en deels omdat het verbruik van de auto behoorlijk stijgt en benzinepompen in de Outback dun gezaaid zijn?
  • het wassen van kleding bij dergelijke temperaturen ideaal is: je kunt de natte kleding direct weer aantrekken en binnen een uur is alles droog?
  • we regelmatig door volslagen onbekenden met 'love', 'dear' en 'darling' werden aangesproken?
  • Gerbert onverwacht een stevige schouderklop kreeg met de mededeling: "you've got an ant on your shirt, mate!"?
  • we in totaal bijna 9000 kilometer hebben gereden in Australië?
  • we veel bijzondere dieren hebben gezien: kangoeroes, wallaby's, emoes, koala, wombat, echidna's, slangen, dingo's, kleurige vogels?
 

PLANNING
Op 25 januari vliegen we van Melbourne naar Kuala Lumpur in Maleisië (dat hopen we tenminste, als de luchtvaartmaatschappij een treinticket als uitreisticket accepteert...). Daarvandaan willen we overland naar Bangkok reizen, waar we een visum en ticket moeten regelen voor Myanmar, onze volgende bestemming, waar we uiterlijk half februari hopen heen te gaan.